Het dorpje McCarthy in Alaska heeft maar 25 permanente bewoners en is via een lange gravel weg en een voetbrug te bereiken. De snellere manier om er te komen is om vanaf Chitina te vliegen, maar dat kan alleen met kleine vliegtuigjes en is niet de goedkoopste manier.
Vandaag willen we richting de Bonanza mine lopen. Een vervallen kopermijn die 1300 meter hoger ligt. We nemen de eerste pendelbus van McCarthy naar Kennicott en wandelen vanuit daar naar het beginpunt van de wandeling. Bij de kruising aangekomen slaan we links af en loopt het pad al snel redelijk stijl naar boven. Het pad heeft zwaar te leiden gehad onder de zware regen en het pad is grotendeels uitgesleten door het water. Dat maakt het wandelen natuurlijk niet makkelijker. Ook is het pad aan beide kanten stijl en dichtbegroeid. Niet de plek waar je een beer tegen wil komen, dus met veel kabaal lopen we rustig door. Onderweg komen we 2 wandelaars tegen die hun DEET zijn vergeten. Gelukkig hebben wij die wel. Na ingespoten te zijn, vertellen we hun precies op welke hoogte ze zitten en lopen door.
Na een lange klim komen we boven de bomengrens. Nu kunnen we in ieder geval weer een beetje om ons heen kijken en wordt het een beetje vlakker. Overal in het landschap zie je resten van de koperrush en de Amerikanen hebben letterlijk alles laten vallen en zijn vertrokken. We rusten bij een tussenstation en genieten van het uitzicht. Na de route verder te hebben bekeken besluiten we om niet verder te lopen. De mijn ligt achter een berg en het uitzicht wordt er niet mooier op. Uiteindelijk hebben we 800 meter geklommen voor we weer naar beneden zijn gegaan.
Op de terugweg horen er iets HEEL groots de bosjes in rennen. Bij het rangerstation vertellen ze dat dat waarschijnlijk wel een beer is geweest. Dus, 1 beer gehoord in Alaska, maar nog steeds geen gezien!...